Programma 3 Sociale leefomgeving

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Programma 3 Sociale leefomgeving - Wat mag het kosten?
Bedragen x €1.000
Exploitatie Begroting 2026 Progr.begr. 2026-2029 Begroting 2027 Progr.begr. 2026-2029 Begroting 2028 Progr.begr. 2026-2029 Begroting 2029 Progr.begr. 2026-2029
Lasten
Incidenteel 1.670 221 37 18
Structureel 38.397 39.848 40.824 42.150
Totaal Lasten 40.067 40.069 40.861 42.168
Baten
Incidenteel 1.557 18 18 18
Structureel 7.618 7.756 8.057 8.095
Totaal Baten 9.174 7.774 8.075 8.113
Saldo excl. bestemmingen -30.892 -32.295 -32.786 -34.055
Stortingen
Mutaties reserves 1.389 300 300 300
Totaal Stortingen 1.389 300 300 300
Onttrekkingen
Mutaties reserves 1.228 264 162 69
Totaal Onttrekkingen 1.228 264 162 69
Bestemmingen per saldo -161 -36 -138 -231

Focusgebied Sociaal domein

Uitgangspunten coalitieakkoord

Terug naar navigatie - Focusgebied Sociaal domein - Uitgangspunten coalitieakkoord

Als gemeente zorgen we voor passende zorg en ondersteuning voor inwoners die dat nodig hebben.  Dat kunnen we alleen waarmaken als we zorgvuldig omgaan met aanvragen voor ondersteuning. We zijn ons ervan bewust dat door de krimp op de arbeidsmarkt er een extra opgave komt om zekerheid van het bieden van zorg te waarborgen. Als iemand er zelf én met hulp van de omgeving niet uitkomt, dan is er een vangnet. Dit betekent dat we een goede balans nodig hebben tussen heldere en duidelijke richtlijnen enerzijds en de menselijke maat anderzijds. Onder andere bij de Participatiewet zorgen we dat het beleid en de uitvoeringsregels voldoende ruimte laat aan medewerkers om in de uitvoering de menselijke maat te kunnen hanteren.

Preventie en laagdrempelige zorg - door middel van een aanbod van algemene en voorliggende voorzieningen zonder een beschikking van de gemeente - is een noodzakelijke belangrijke opgave in de transformatie van de zorg in onze gemeente. We streven naar tijdiger en effectiever signaleren en naar een algemener en laagdrempeliger aanbod. Daarom zoeken we samenwerking in de regio. Dit in lijn met spoor vier van het ontwikkelplan Bestuurskracht.

Vangnet en voorkómen zijn geen nieuwe uitgangspunten. Het onderzoeksrapport ‘Naar een evenwichtig sociaal domein’ uit 2020 bevat goede bouwstenen om een evenwichtig beleid te voeren. Beleid met de juiste zorg en ondersteuning en een beheersbare kostenstijging. Deze koers zetten we door in de komende jaren. Een solide en sociaal vangnet met onder andere goed toegankelijke minimaregelingen is aanwezig. Daar hoort ook een effectieve integrale schuldhulpverlening en armoedebestrijding bij.

We zien veel samenhang tussen de verschillende beleidsterreinen. Denk aan huiswerkbegeleiding van jongeren combineren met sporten, het leren omgaan met geld, gezonde voeding én met samenwerken en inzetten voor anderen. Maar ook het samen optrekken van onderwijs, sportverenigingen en Stichting Welzijn Brummen in het aanbod. En de samenwerking met inwoners bij de energietransitie, de inrichting van hun straat of de integratie van nieuwkomers. Kortom, we stimuleren dat samenleven wordt versterkt door buurtwerk en een gebiedsgerichte aanpak. In dit licht streven we bij de decentralisatie van Beschermd Wonen naar Beschermd Thuis met een passende lokale structuur van voorzieningen en ondersteuning.

Terug naar navigatie - Focusgebied Sociaal domein - Trends en ontwikkelingen

Integrale kadernota sociaal domein met een visie op de sociale basis
De integrale kadernota Sociaal Domein met een visie op de sociale basis wordt uitgewerkt naar een uitvoeringsagenda. Dit gebeurt in samenhang met het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) en het Aanvullend Zorg en Welzijn Akkoord (AZWA). Het AZWA is het akkoord dat het Integraal Zorg Akkoord (IZA) vervangt. Dit akkoord is in september 2025 door de onderhandelaars uit de verschillende branches, waaronder de VNG, ondertekend. Doel van de uitvoeringsagenda is het versterken van de sociale basis en het creëren van een lokale preventie infrastructuur. De waarden en uitgangspunten in de integrale kadernota Sociaal Domein met een visie op de sociale basis zijn leidend in alles wat we in 2026  gaan doen en  willen bereiken.

Hervormingsagenda Jeugd

a)    Herijking van de Jeugdwet en transformatie
In het Implementatieplan Hervormingsagenda 2023-2028 van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is opgenomen dat de Jeugdwet wordt herijkt. De lichte vormen van ondersteuning en opvoedondersteuning gaan uit de Jeugdwet verdwijnen. Hoe dit er precies uit gaat zien is nog niet bekend. Vooruitlopend op de aangekondigde herijking van de Jeugdwet starten we een traject met de gemeenteraad om de reikwijdte van de plicht tot het leveren van jeugdhulp te bepalen. In aanloop naar de wijziging van de Jeugdwet werkt onze gemeente sinds 2025 aan een plan om te komen tot deze transformatie. De Galangroep ondersteunt ons hierbij. In 2025 is verkend en uitgewerkt op welke wijze de lichte ambulante hulpverlening vorm krijgt in de algemene en preventieve voorliggende voorzieningen in onze gemeente. In 2026 en de jaren daarna ligt onze focus op de doorontwikkeling van deze transformatie én de bijbehorende voorzieningen en werkwijzen.

b)    De context van het gezin centraal
Een andere belangrijke opdracht in de hervormingsagenda is om de context van het gezin centraal te stellen in de uitvoering. In de huidige aanpak kijken we te veel alleen naar de jeugdige. Terwijl de problematiek vaak een oplossing in het gehele gezin vraagt. Binnen het project lichte ambulante hulpverlening geven we invulling aan deze opdracht uit de hervormingsagenda. Belangrijk hierbij is om Jeugdhulp steviger te verbinden met aanpalende domeinen zoals het onderwijs, de volwassenen geestelijke gezondheidszorg en Werk & Inkomen voor de bestaanszekerheid van inwoners.

c)    Stevige Lokale Teams
We werken aan een sterk lokaal team. Dit doen we aan de hand van de richtlijnen “Stevige Lokale Teams" van de VNG. We werken hierin met de VNG samen en zij ondersteunen ons. Op basis van een analyse die samen met de VNG is opgesteld, gaan we verbeteringen doorvoeren en versterkingen aanbrengen. Hierbij betrekken we het Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming en de leidraad Werken aan Veiligheid. Het toekomstscenario geeft voor de lange termijn richting aan een fundamentele stelselwijziging. Gemeenten krijgen hierbij meer regie, hulp wordt eenvoudiger, sneller en gezinsgerichter georganiseerd. De leidraad biedt concrete handvatten voor het dagelijks handelen voor professionals om nu al beter samen te werken in complexe gezinssituaties.

d)    Essentiele functies
De Hervormingsagenda Jeugd  gaat uit van een sluitend aanbod van essentiële functies. Deze zorg kopen we vanaf januari 2025 bovenregionaal in. De opdracht “Essentiële functies” vraagt om samenwerking tussen aanbieders uit de sectoren Jeugd & Opvoedhulp, mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB), geestelijke gezondheidszorg voor de jeugd, Verslavingszorg en Forensische zorg.  

Regionaal zij we twee diensten gestart die we in 2026 verder ontwikkelen. Te weten:

  • Mobiele brigade: de “voordeur” voor de essentiële functies. Dit is een team dat actief naar jongeren toe gaat om de benodigde zorg te verlenen. Het brengt letterlijk de zorg naar jongeren toe i.p.v. dat jongeren naar de zorg toe moeten.  Dit team heeft voldoende capaciteit om hands-on, met het netwerk, te werken aan oplossingen. Dit kan in de vorm van kortdurende interventies/directe ondersteuning.
  • Integrale hoog specialistische zorg. Dit is een integraal “totaalpakket” van zorg met verblijf voor de kinderen die in aanmerking komen voor de essentiële functies.

Participatiewet in Balans
Nadat de aangekondigde wet meerdere keren is uitgesteld, is het streven van het Rijk dat de Participatiewet in Balans op 1 januari 2026 in werking treedt. Deze wet heeft tot doel om evenwicht te brengen tussen de drie kernelementen van de Participatiewet: bestaanszekerheid, participatie en handhaving. Uitgangspunt om tot dit evenwicht te komen is het centraal stellen van de mens en uitgaan van vertrouwen. Lokaal en in de subregio Apeldoorn, werken we met andere gemeenten samen aan de voorbereiding op deze wetswijzing. We zorgen er dus voor dat we gereed zijn om de wet uit te voeren. Omdat de Participatiewet in Balans veel impact heeft op de lokale uitvoering vraagt de invoering van de wet in 2026 de nodige aandacht en inzet. Dit gaat met name om scholing en training van de medewerkers in de uitvoering. Ook vraagt invoering goede en zorgvuldige communicatie richting inwoners en maatschappelijke partners. Jaarlijks presenteren we de “monitor uitvoering WerkFit Brummen” aan de gemeenteraad. 

Integrale armoedebestrijding en minimaregelingen
In 2025 is de integrale armoedenota en de routekaart voor een vernieuwd pakket minimaregelingen vastgesteld. De implementatie en uitvoering van het beleid vindt plaats. De drie nieuwe regelingen die in 2025 gestart zijn worden verder ingevoegd. Het gaat om de fietsregeling, het Jeugdfonds Sport en Cultuur en het babystartpakket. 
Op 1 januari 2026 start de regeling collectieve zorgverzekering. Dit vraagt inzet om inwoners in 2026 goed over deze nieuwe regeling te informeren. Ook werken we aan de invoering van een pas om mee te kunnen doen aan activiteiten en om erop uit te kunnen gaan. Deze pas kan in 2027 gebruikt worden. We gaan door met het uitvoeren van het communicatieplan waarmee we in 2025 zijn gestart.  Ook werken we aan de aangekondigde wijzigingen in de uitvoering schuldhulpverlening en maatregelen vanuit het Rijk om de schuldhulpverlening en armoedebestrijding sneller, beter en effectiever te laten werken. Dit om problematische schulden meer te gaan voorkomen. 

Inburgering
Wij willen dat nieuwkomers in onze gemeente zich welkom voelen. We zorgen ervoor dat nieuwkomers tijdig een Persoonlijke Inburgering Plan hebben. Ook faciliteren wij dat zij de Nederlandse taal kunnen leren, meedoen én integreren in de lokale samenleving. We stimuleren komende jaren het meer betaald gaan werken van nieuwkomers. Zowel lokaal als regionaal zetten we hierop in. Dat doen we in samenwerking met het Werkcentrum Stedendriehoek Veluwe.

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Focusgebied Sociaal domein - Wat willen we bereiken?

2. We geven uitvoering aan de Hervormingsagenda Jeugd.

Terug naar navigatie - Focusgebied Sociaal domein - Wat willen we bereiken? - 2. We geven uitvoering aan de Hervormingsagenda Jeugd.

Wat gaan we doen?

3. Nieuwkomers zijn welkom, worden op tijd aangemeld voor inburgeringstrajecten, spreken de Nederlandse taal, zijn ingeburgerd, doen mee, zijn zelfredzaam en werken naar vermogen.

Terug naar navigatie - Focusgebied Sociaal domein - Wat willen we bereiken? - 3. Nieuwkomers zijn welkom, worden op tijd aangemeld voor inburgeringstrajecten, spreken de Nederlandse taal, zijn ingeburgerd, doen mee, zijn zelfredzaam en werken naar vermogen.

Wat gaan we doen?

5. Meer inwoners die in aanmerking komen voor gemeentelijke inkomensondersteuning en minimaregeling maken gebruik van deze ondersteuning en regelingen.

Terug naar navigatie - Focusgebied Sociaal domein - Wat willen we bereiken? - 5. Meer inwoners die in aanmerking komen voor gemeentelijke inkomensondersteuning en minimaregeling maken gebruik van deze ondersteuning en regelingen.

Wat gaan we doen?

Wanneer zijn we tevreden?

Terug naar navigatie - Focusgebied Sociaal domein - Wanneer zijn we tevreden?

1a.  Eind 2026 is een daling van 3% van de WMO 'maatwerkvoorziening begeleiding individueel' gerealiseerd.

1b. In het cliëntervaringsonderzoek 2027 (over het uitvoeringsjaar 2026) geven inwoners aan positief te zijn over het (nieuwe) aanbod van algemene voorzieningen. Dit met de score van een 7.

2a  Eind 2026 is (lichte) ambulante jeugdhulp en opvoed- en opgroeiondersteuning beschikbaar als (groepsgerichte) vrij toegankelijke voorziening. In 2027 blijkt uit onderzoek dat jeugdigen en hun ouders tevreden zijn over het nieuw te vormen aanbod van algemene voorzieningen door op dit onderdeel een 8 te scoren.

2b. Het plan van aanpak ‘stevige lokale teams’ is in samenwerking met de VNG ontwikkeld en in het eerste kwartaal 2026 vastgesteld.

2c. Als uit de monitorgegevens blijkt dat er voldoende plekken integrale hoog specialistische zorg beschikbaar zijn voor de meest kwetsbare kinderen zodat er geen kinderen op de wachtlijst staan.

3a. Inburgeraars zijn tevreden over het inburgeringsaanbod en geven het een cijfer 7. De tevredenheid wordt gemeten door het afnemen van interviews door samenwerkingspartners betrokken bij inburgeringstrajecten.

3b. Er zijn geen wachtlijsten voor start inburgering.

3c. Het Persoonlijk plan Inburgering en Participatie wordt binnen 10 weken termijn afgerond met een beschikking. 

4. 100% van de meldingen van betalingsachterstanden door verhuurders van woningen, drinkwaterbedrijven, energieleveranciers en zorgverzekeraars, worden actief door Team voor Elkaar opgepakt.

5. Wanneer inwoners uit de doelgroep minimaregeling bij een enquête eind 2026 aangegeven dat ze de vereenvoudigde aanvraagprocedure inkomensondersteuning, minimaregelingen en de communicatie vanuit de gemeente hierover beoordelen met het cijfer 7.

Het financieel verloop van het focusgebied sociaal domein

Terug naar navigatie - Focusgebied Sociaal domein - Het financieel verloop van het focusgebied sociaal domein
Bedragen x €1.000
Exploitatie Begroting 2026 Progr.begr. 2026-2029 Begroting 2027 Progr.begr. 2026-2029 Begroting 2028 Progr.begr. 2026-2029 Begroting 2029 Progr.begr. 2026-2029
Focusgebied sociaal domein
Lasten 32.008 32.298 32.836 34.064
Baten 7.506 6.530 6.806 6.820
Stortingen 1.089 0 0 0
Onttrekkingen 1.139 175 75 0
Totaal Focusgebied sociaal domein -24.453 -25.593 -25.956 -27.244

Financiële ontwikkelingen focusgebied Sociaal Domein

Terug naar navigatie - Focusgebied Sociaal domein - Financiële ontwikkelingen focusgebied Sociaal Domein

In de Perspectiefnota 2026-2029 zijn diverse ontwikkelingen opgenomen. Onder andere de nieuwe inkoop voor Jeugd en Wmo vanaf 2026, de Hervormingsagenda  Jeugd, het Toekomstscenario Kind en Gezinsbescherming, de deskundigencommissie Van Ark, Participatiewet in Balans, de integrale armoedebestrijding, de visie op de sociale basis en het Integraal Zorg Akkoord. 

De trend van jaarlijkse kostenstijging door met name prijsstijging (voor het hanteren van een reële en marktconforme prijs) en toegenomen en complexere zorgvraagstukken, zorgen voor een uitdagend toekomstperspectief voor het Sociaal Domein en daarmee voor de gemeentelijke organisatie als geheel. 

Jeugdzorg
Tariefstijging en volumestijging
Het uitgevoerde kostprijsonderzoek heeft de afgelopen jaren geleid tot aanpassingen van de tarieven met respectievelijk 12% over 2024, 10,5% over 2025 en 5,13% voor 2026. De Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) schrijft voor dat gemeenten een reële prijs moeten overeenkomen bij contracten en verlengingen daarvan. Deze tariefstijging is een groot onderdeel van de te verwachten kostenstijging voor het jaar 2026. De huidige verwachting is dat de kosten voor Jeugdzorg Zorg in Natura in 2025 samen zo’n € 9 miljoen bedragen. Met enkel het doorrekenen van de tariefstijging uit het kostprijsonderzoek komt dit (dus zonder volumetoename in 2026) uit op € 9,46 miljoen. De afgelopen jaren is het aantal jeugdigen met een betaald jeugdzorgtraject gemiddeld met 6% gestegen. Door alle maatregelen en trajecten die ingezet worden, verwachten we de volumetoename in 2026 te beperken tot maximaal 3.5%. De begrote kosten voor Jeugdzorg Zorg in Natura komen hierdoor uit op € 9,8 miljoen. Dit is ten opzichte van de Perspectiefnota - waarbij is uitgegaan van het kostenniveau van 2024 - een stijging van € 2,18 miljoen. 

De tariefontwikkeling in de jeugdzorg kende de afgelopen jaren een forse stijging. Voor de komende jaren wordt een iets stabielere ontwikkeling voorzien. Echter is er sprake van druk op de zorg en blijvende personeelstekorten. Daarom is de verwachting dat de tariefstijging boven de gebruikelijke CPI-indexering uitkomt. Dit is de reden dat ervoor is gekozen om de tariefstijging van 2026 à 5,13% door te rekenen naar 2027 en verder. We zetten in op het door ontwikkelen van de al genomen maatregelen en werken onder andere aan trajecten met de Galangroep voor het verplaatsen van licht ambulante zorg naar het voorveld, het opzetten van een Sterk Lokaal Team volgens de richtlijnen van de VNG en de uitvoering van de Hervormingsagenda Jeugd. Hiermee beogen we de jaarlijkse toename in volumegroei van het aantal jeugdigen met een geïndiceerd en specialistisch zorgtraject vanaf 2027 te zullen beperken. Dit betekent dat we ernaar streven om het aantal jeugdigen met een zorgtraject niet verder toeneemt. Dit omdat de voorliggende voorzieningen vrij beschikbaar worden gemaakt in het voorveld en we inzetten op preventie en het vergroten van de zelfredzaamheid van gezinnen. Voor het doorbreken van de trendlijn van de volumestijging is een stelselverandering en de aanpassing nodig van de reikwijdte van de Jeugdwet door de Rijksoverheid. Beperking van de volumestijging kan eveneens door inzet op preventie, gedragsverandering en het stimuleren van bewustzijn. Dit vraagt iets van ons allemaal samen; het Rijk, inwoners, gemeente, zorgaanbieders en maatschappelijk partners. 
Daarnaast de kanttekening  vanuit de inventarisatie van risico's, w
anneer er één of meerdere gezinnen met al geïndiceerde zorg verhuist van een andere gemeente naar de gemeente Brummen, dan komen de jeugdzorgkosten vanaf dat moment voor onze rekening. Dit is niet beïnvloedbaar en heeft onherroepelijk en direct een negatieve invloed op de kosten.

Meer complexe problematiek
In de uitvoering jeugdzorg is merkbaar dat de problematiek bij de jeugdigen de afgelopen jaren steeds zwaarder is. Intensievere en duurdere jeugdzorg is daardoor nodig. Ook landelijk en in de regio is deze trend zichtbaar. Door middel van de Hervormingsagenda Jeugd streven we naar een afname van het aantal jongeren dat afhankelijk is van jeugdhulp. We streven ook naar stabilisatie en vermindering van de uitgaven. Het groeipad voor de invoering van de Hervormingsagenda Jeugdzorg is voorzien tot en met 2027. 

Vanaf 2028 heeft de Rijksoverheid een korting verwerkt in de algemene uitkering. Het kabinet gaat er daarbij van uit dat de uitvoering van de programma’s uit de Hervormingsagenda vanaf dat moment leidt tot kortere trajecten en daardoor lagere kosten.  Dit betekent een taakstelling/korting vanaf 2028 van € 262 miljoen voor alle gemeenten en € 274.000 voor Brummen. Eveneens is de Rijksoverheid voornemens om een eigen bijdrage voor Jeugdzorg in te voeren vanaf 2028. Ook hiervoor wordt een korting op de algemene uitkering toegepast. Voor Brummen betekent dit € 269.000 minder bijdrage vanuit het Rijk.  Aangezien de verwachting is dat tegenover de korting van de eigen bijdrage een gelijke opbrengst moet staan, is deze korting exploitatieneutraal opgenomen in de begroting. 

Binnen de uitvoering jeugdzorg is bij twee onderdelen sprake van lagere kosten. In lijn met het landelijk en lokale beleid wordt er minder Jeugdhulp Crisis LTA verblijf en Jeugdreclassering ingezet. Hierdoor kunnen deze budgetten naar beneden bijgesteld worden. 

Gezien bovenstaande zijn de volgende mutaties aan de orde voor 2026:

Jeugdbescherming + € 71.000
Jeugdreclassering - € 16.000
Jeugdzorg maatwerk GGZ          + € 477.000
Jeugdhulp crisis LTA Verblijf - € 261.000
Jeugdzorg begeleiding + € 669.000
Jeugdzorg behandeling  + € 243.000
Jeugdzorg dagbesteding + € 48.000
 Pleegzorg           + € 53.000 
 Jeugdhulp gezinsgericht   + € 243.000
Jeugdzorg verblijf zwaar    + € 658.000
Totaal € 2.185.000

Toekomstperspectief
Vanwege het negatieve financiële perspectief zetten we volop in op ombuigingstrajecten en nemen we kostenbesparende maatregelen. 

  • We gaan meer regie voeren op de Top 25 duurste gezinnen. Deze gezinnen beslaan ongeveer 50% van de totale jeugdzorgkosten. Door hier meer regie op te voeren creëren we een kans dat er lichtere hulpvormen, kortere trajecten of andere hulp ingezet zal worden. Mogelijk zorgt dit voor een dempend financieel effect.
  • Daarnaast is het traject met de Galangroep gericht op het gefaseerd verschuiven van lichte ambulante jeugdhulp naar het voorliggend veld. Door in 2026 gericht te investeren in deze voorzieningen, verwachten we dat op middellange termijn (circa 3 tot 5 jaar) een structurele kostenverlaging behaald kan worden. Vergelijkbare trajecten in onder andere Zutphen en Zwolle laten zien dat deze aanpak aantoonbaar bijdraagt aan zowel effectievere ondersteuning als financiële beheersbaarheid. 
  • Ook loopt er een traject samen met de VNG voor het opzetten van 'Stevige Lokale Teams'. Doel is om de lokale teams sterker en effectiever te maken, met een duidelijke opdracht, heldere rolverdeling en betere samenwerking tussen bestuur, beleid en uitvoering. De inzet is dat lokale teams sneller en doelgerichter lichte hulp kunnen bieden. Zwaardere jeugdzorg is hierdoor minder vaak nodig. Hiervoor is een investering nodig in regie, structuur en personele capaciteit. De daadwerkelijke effecten op kosten en effectiviteit worden verwacht op een middellange termijn (circa 3 tot 5 jaar), vergelijkbaar met het traject met de Galangroep. De eerste zichtbare veranderingen zijn echter al te realiseren binnen één tot twee jaar. Dit zodra het team werkt vanuit een heldere opdracht en met versterkte regie en structuur. 
  • We zetten volop in om van geïndiceerde zorg de uitzondering te maken. Dit door uit te gaan van het principe 'nee, tenzij'. Hierdoor wordt in eerste instantie gekeken naar de omgeving. Denk hierbij aan ouders, familie, school en verenigingen, naar voorliggende en groepsvoorzieningen. Dit in plaats van individuele zorgproducten. 
  • In de nieuwe jeugdverordening wordt de reikwijdte van de Jeugdwet scherper geformuleerd. Deze aanscherping maakt duidelijker welke vormen van ondersteuning onder de Jeugdwet vallen en welke juist binnen het voorliggend veld thuishoren. Lichte hulpvormen, zoals opvoedondersteuning en sociale begeleiding, worden voortaan nadrukkelijker georganiseerd via algemene voorzieningen en informele netwerken. Dit zonder formele indicatie. Door de inzet van jeugdhulp te beperken tot situaties waarin geen lichtere alternatieven beschikbaar zijn, ontstaat meer ruimte voor maatwerk bij complexe casuïstiek. Tegelijkertijd wordt de druk op het jeugdstelsel verlicht en kunnen middelen doelmatiger worden ingezet.
  • Bij iedere verlenging gaan we uit van het principe "nee, tenzij". Er wordt niet automatisch meer verlengd, maar gekeken naar andere mogelijkheden om de jongere te helpen en ondersteunen om weer op eigen benen te staan in de samenleving en met het gezin. 
  • In lijn met de Hervormingsagenda Jeugd wordt er ook gekeken waar we invloed kunnen uitoefenen op het verkorten van de trajectduur. Dit om ervoor te zorgen dat jeugdhulp een uitzondering is in plaats van de regel. Onze gezinnen en jongeren worden weerbaarder en lossen de meeste zaken op binnen de sociale kring en het voorliggende veld wat ingericht wordt. 

Kanttekening: de Rijksoverheid is voornemens om vanaf 1 januari 2028 een eigen bijdrage in te stellen voor jeugdzorg. De kans is aanwezig dat de eigen bijdrage niet wordt ingevoerd vanwege diverse tegengeluiden. Wanneer de eigen bijdrage wél wordt ingesteld, vermindert mogelijk de aanzuigende werking van de Jeugdwet. De vraag loopt dan terug waarmee het kostenverloop ook positief wordt beïnvloed. 

Jeugdhulp en onderwijs
Om te komen tot inclusiever onderwijs worden jeugdhulp en onderwijs nauwer aan elkaar verbonden. Dit is één van de afspraken in de Hervormingsagenda Jeugd. In onze regio loopt binnen het samenwerkingsverband Zutphen een pilot op alle VO-scholen in Zutphen en Het Rhedens in Dieren. Het gaat hier om preventief jongerenwerk. Besloten is om deze samenwerking in pilotvorm ook in 2026 voort te zetten.  De totale kosten van dit project worden evenredig verdeeld tussen het onderwijs en de deelnemende gemeenten. Dit gebeurt naar de verhouding van het aantal afgegeven beschikkingen.

Het aandeel voor de gemeente Brummen bedraagt opnieuw € 40.000 voor 2026. Dit bedrag wordt gedekt vanuit de bestemmingsreserve Hervormingsagenda Jeugdzorg. Dit omdat het inzetten op de verbinding jeugdhulp en onderwijs onderdeel is van de Hervormingsagenda Jeugdzorg.

Wmo
De nieuwe inkoopstrategie en overeenkomst gaat in vanaf 1 januari 2026. Dit zorgt eenmalig voor een voordeel voor de Wmo-kosten in 2026. De producten zijn aangepast en enkele tarieven zijn negatief geïndexeerd. In 2026 stijgt het totale budget voor de Wmo-uitvoering met € 42.000. In het meerjarenperspectief is de verwachting dat de tarieven, het verloop van de afgelopen periode met beperkte stabilisatie zullen volgen. Hiervoor zijn de tarieven met een jaarlijkse indexering van 5,13% opgenomen. De wijzigingen in bedragen voor Wmo komen daarmee uit op + € 295.000 voor 2027, + € 560.000 voor 2028 en + € 850.000 voor 2029.

Incidenteel wordt budget ontvangen voor de transitie van beschermd wonen naar beschermd thuis, dit budget wordt toegevoegd aan de reserve van Beschermd Thuis. Conform het opgestelde jaarwerkplan van 2026 onttrekken we € 792.000. Deze middelen worden ingezet voor het verder bouwen aan de zorginfrastructuur. Deze preventieve zorginfrastructuur ondersteunt de transitie naar zorg die dichtbij is. Hierbij gaat het om het voortzetten van de lopende (preventieve) inspanningen voor Beschermd Thuis en de lokale infrastructuur (werk, zorg en wonen) en ook de uitbreiding van activiteiten.

Bij de huishoudelijke hulp is de uitgestelde en verwachtte in te voeren inkomens- en vermogensafhankelijke eigen bijdrage per 1 januari 2027 een belangrijke kanttekening. Na invoering treedt er naar verwachting een positief effect op en wordt de kostenstijging enigszins gedempt. De vraag vanuit de meer welgestelde huishoudens naar huishoudelijke hulp via de Wmo zal naar verwachting lager zijn. Dit effect is niet financieel becijfert, maar kan het meerjarenperspectief positief beïnvloeden. Daar de invoering van de inkomens- en vermogensafhankelijke eigen bijdrage al eerder is uitgesteld en het kabinet gevallen is, wordt vermoedelijk de wetgeving hiervoor opnieuw uitgesteld. 

WerkFit Brummen
Het aantal WSW-medewerkers neemt gestaag af omdat er vrijwel geen nieuwe instroom meer is. De uitstroom binnen deze groep wordt veroorzaakt door het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd of door overlijden. De instroom van WSW-medewerkers is beperkt tot eventuele verhuizers afkomstig van een andere gemeente naar onze gemeente. Het budget hiervoor is naar de loonindexatie van de begroting bijgesteld. Dit leidt tot een verlaging van het budget met € 26.000 voor 2026, aflopend tot € 7.000 in 2028 en een verhoging met € 89.000 in 2029. Er is in de meicirculaire 2025 een decentralisatie uitkering "impulsbudget sociale infrastructuur" opgenomen ter hoogte van € 43.000. Dit budget wordt structureel beschikbaar gesteld voor WerkFit Brummen. 

Participatiewet
De budgetten worden vastgesteld op basis van zowel het historisch als het objectief bepaalde budget. De inkomsten voor de bijstand laten in lijn van de vermelde extra inkomsten van de Perspectiefnota een verhoging zien. 

Inkomensvoorzieningen 
De vraag naar de Inkomensvoorziening van Oudere en gedeeltelijke Arbeidsongeschikte werkloze Werknemers (geboren voor 1 januari 1965) vertoont al enkele jaren een structurele daling. De verwachting is dat dit een structureel effect met zich meebrengt.  De financieel positieve mutatie die hieruit voortvloeit is opgenomen in de perspectiefnota en is op gelijkblijvend niveau opgenomen. 

Minimaregelingen
De nieuwe minimaregelingen en het communicatieplan van 2025 lopen in 2026 door en krijgen dan verder vorm. Het totaalbudget van de minimaregeling is structureel verlaagd met € 15.000. Naar verwachting dekt dit de kosten.

Inburgeraars en statushouders
We willen statushouders en andere inburgeraars een goede start in onze gemeente geven. Gezien de trend die wijst op een toename van het aantal Inburgeringsplichtigen, is een tijdelijke uitbreiding van de formatie inburgering aanwezig. Dit voor het opstellen van een Persoonlijk Inburgering Plan (PIP) en regievoering op inburgering. De tijdelijke extra formatie van 2 fte is in 2026 nog beschikbaar voor het uitvoeren van deze wettelijke taak. Ter dekking van de tijdelijke kosten wordt een bedrag van € 172.000 onttrokken uit de bestemmingsreserve huisvesting bijzondere doelgroepen. 

PlusOV
De kosten van PlusOV stijgen de komende jaren van € 1,2 miljoen (2026) naar € 1,4 miljoen (2029).  Deze bedragen zijn inclusief het leerlingenvervoer wat onder de basistaken Vitale Samenleving valt. Ten opzichte van de perspectiefnota resulteert dit in een bijstelling van  + € 18.000,- in 2026. PlusOV past voor de vervoerskosten de NEA-index toe deze is vastgesteld op 4,6% en voor de loonkosten houdt zij rekening met 3,4% voor 2026 en 4,3% voor 2027. PlusOV probeert de stijging van het aantal vervoersbewegingen en passagiers te beperken tot maximaal 3,5%. Hier is een zienswijze over ingediend, dit kan een financieel negatief effect hebben van maximaal € 75.000 per jaar. 

Basistaken Vitale Samenleving

Uitgangspunten coalitieakkoord

Terug naar navigatie - Basistaken Vitale Samenleving - Uitgangspunten coalitieakkoord

We hebben in onze gemeente een sterke samenleving waarin mensen elkaar kennen en bereid zijn om de handen uit de mouwen te steken. Je treft elkaar om, onder andere in verenigingsverband, te genieten van hobby’s, kunst en cultuur en om te sporten. Samenwerken, leidinggeven, klussen klaren en meningsverschillen oplossen komen bij uitstek naar voren in het verenigingsleven. Dit draagt bij aan vorming en een sterke samenleving. Graag willen wij de verbinding zien met bijvoorbeeld jeugdwerk of andere maatschappelijke functies. Door middel van multifunctioneel gebruik worden de accommodaties waardevoller voor iedereen.

Iedereen weet: bewegen is gezond, zowel fysiek als mentaal. Het is onderdeel van een gezonde leefstijl. De kans om gezond oud te worden neemt hierdoor toe. Het is een sociaal moment om vrienden en (on)bekenden te treffen. Wij willen daarin niet de bibliotheken vergeten, want die horen bij de basale voorzieningen die wij willen behouden in onze gemeente.

Om bewegen en ontmoeting mogelijk te maken vinden we het belangrijk dat verschillende sportvoorzieningen in onze gemeente beschikbaar zijn. En dat de openbare ruimte uitnodigt om te bewegen. We willen dat de gemeentelijke sportaccommodaties laagdrempelig zijn zodat inwoners zo min mogelijk worden gehinderd door financiële, fysieke of sociale drempels om mee te doen. We onderscheiden gemeentelijke en niet-gemeentelijke accommodaties. Sportscholen, tennisbanen en de golfbaan zijn voorbeelden van fantastische voorzieningen waar we als gemeente geen eigenaar van zijn. En ook geen financiële relatie mee hebben. Daarnaast hebben we sportaccommodaties in eigendom waar onder andere de verschillende sporters gebruik van maken.

Ons sportbeleid richt zich op de individuele sporter en op de sportaccommodaties die we in eigendom hebben. Cultuur is een andere belangrijke pijler. Generaties lang wordt cultuur gevormd en verrijkt met nieuwe accenten, invloeden en impulsen. Cultuur maakt hoe we samenleven in onze gemeente.

Terug naar navigatie - Basistaken Vitale Samenleving - Trends en ontwikkelingen

Uitvoering kadernota sociaal domein en de visie op de sociale basis. 
In 2026 voeren we de Kadernota Sociaal Domein en de daarin opgenomen visie op de sociale basis uit. We doen dit in samenhang met het lokale plan van aanpak voor het Gezond en Actief Leven Akkoord, het uitvoeringsprogramma van de Sportvisie en het uitvoeringsprogramma van de Cultuurvisie. We zetten in op inclusie, bewegen, ontmoeten, gezond leven, sport en cultuur om gezond en veilig opgroeien en oud worden mogelijk te maken.

Een duurzame uitvoering en een toekomstbestendige organisatie Sportkompas 
Sportkompas voert een aantal belangrijke taken uit. Dit doet zij in opdracht van de gemeente. Het gaat onder andere om het beheer van de sportaccommodaties, de ondersteuning en versterking van de sportverenigingen en het stimuleren van sport en bewegen via de buurtsportcoaches. In juni 2025 heeft de gemeenteraad een besluit genomen over de beheersvorm en Sportkompas. Focus ligt nu op bestendigen en borgen in de afspraken en samenwerking tussen de gemeente, Sportkompas, de verenigingen en maatschappelijke partners zoals Stichting Welzijn Brummen.

Uitvoeringsagenda Sport en Bewegen
In 2025 is de geactualiseerde uitvoeringsagenda Sport en Bewegen ontwikkeld. In 2026 vindt de uitvoering van de agenda plaats.

Uitvoeringsagenda Cultuur
In 2025 is de uitvoeringsagenda Cultuur ontwikkeld en vastgesteld. In 2026 vindt de uitvoering van de agenda plaats.

Inclusieagenda
In september 2025 zijn de kaders om een inclusiepanel in te kunnen richten vastgesteld. In 2026 gaat dit inclusiepanel met ervaringsdeskundigen, met ambtelijke ondersteuning  een lokale inclusie agenda (LIA) opstellen.

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Basistaken Vitale Samenleving - Wat willen we bereiken?

1. Het kader- en visie document wordt, samen met inwoners en maatschappelijk partners, omgezet in concrete activiteiten. Zo bouwen we verder aan een stevige sociale basis waarin preventieve voorzieningen en samenwerking centraal staan.

Terug naar navigatie - Basistaken Vitale Samenleving - Wat willen we bereiken? - 1. Het kader- en visie document wordt, samen met inwoners en maatschappelijk partners, omgezet in concrete activiteiten. Zo bouwen we verder aan een stevige sociale basis waarin preventieve voorzieningen en samenwerking centraal staan.

Wat gaan we doen?

Wanneer zijn we tevreden?

Terug naar navigatie - Basistaken Vitale Samenleving - Wanneer zijn we tevreden?

1. Wanneer aanvragers van de nieuwe subsidieregeling algemene voorzieningen bij een korte enquête eind 2026 de score 7 aangeven voor de eenvoud en duidelijkheid van de aanvraagprocedure.

2. De voor 2026 gestelde doelen en KPI’s uit het uitvoeringsplan cultuur zijn bereikt.

3. Door het inclusiepanel is een lokale inclusie agenda opgesteld.

4. Wanneer er eind 2026 4 nieuwe initiatieven gestart zijn die actief bijdragen aan het versterken van de sport- en beweeginfrastructuur en waar inwoners concreet gebruik van kunnen maken.

Het financieel verloop van de basistaken vitale samenleving

Terug naar navigatie - Basistaken Vitale Samenleving - Het financieel verloop van de basistaken vitale samenleving
Bedragen x €1.000
Exploitatie Begroting 2026 Progr.begr. 2026-2029 Begroting 2027 Progr.begr. 2026-2029 Begroting 2028 Progr.begr. 2026-2029 Begroting 2029 Progr.begr. 2026-2029
Basistaken Vitale Samenleving
Lasten 8.058 7.772 8.025 8.104
Baten 1.668 1.244 1.269 1.293
Stortingen 300 300 300 300
Onttrekkingen 89 89 88 69
Totaal Basistaken Vitale Samenleving -6.601 -6.738 -6.968 -7.041

Financiële ontwikkelingen basistaken sociale leefomgeving

Terug naar navigatie - Basistaken Vitale Samenleving - Financiële ontwikkelingen basistaken sociale leefomgeving

Stichting Sportkompas
De subsidie voor Sportkompas is vanaf 2025 verhoogd met € 216.000. Een bedrag van zo'n € 130.000 wordt in 2026 binnen het programma gedekt. Dit wordt grotendeels gefinancierd uit SPUK-middelen. Hierover is door de Rijksoverheid de toezegging gedaan dat deze middelen na het aflopen van de SPUK met een korting worden toegevoegd aan de algemene uitkering van het Gemeentefonds. Deze overdracht is nog niet opgenomen in de circulaire van het Gemeentefonds, waardoor de verhoogde subsidie vanaf 2027 het resultaat negatief beïnvloed. 

Stichting Welzijn Brummen
De uitvoeringskosten voor de algemene voorzieningen die Stichting Welzijn Brummen levert aan de inwoners is alleen voor jaarschijf 2029 bijgesteld./ Deze bedragen + € 26.000. SWB voert ook het jeugd- en jongerenwerk uit. Deze bijdrage is gemiddeld met + € 6.000 bijgesteld per jaar. Er wordt door de gemeente minder gebruik gemaakt van de huur van ruimtes, waardoor het budget voor het huren van ruimtes met gemiddeld € 7.500 per jaar naar beneden is bijgesteld. 


SPUK GALA en IZA-middelen
Conform beschikking en geïndexeerde bedragen zijn de te ontvangen bedragen exploitatie-neutraal in de begroting opgenomen. De SPUK GALA-middelen zijn voor het grootste gedeelte tot en met 2026 beschikbaar, evenals de IZA-middelen. 


GGD NOG
De kosten van de regionale Gemeentelijke Gezondheidsdienst Noord- en Oost-Gelderland (GGD NOG) stijgen licht. De stijging van de kosten bedraagt € 11.000 (2026), € 14.000 (2027), - € 3.000 (2028) en € 16.000 (2029). De ramingen sluiten aan bij de definitief vastgestelde meerjarenbegroting van de GGD. Omdat GGD NOG één van de weinige GGD'en is zonder de Jeugdgezondheidzorg voor 0 tot 4 jarigen, zijn in verhouding de overheadkosten een veel groter deel van de totale kosten. Bezuinigingen zijn daardoor slechts beperkt mogelijk.  De kosten voor asielzoekers en nieuwkomers zijn de afgelopen periode hoger dan geraamd. Het is nog niet bekend of dit een structurele ontwikkeling is. Deze ontwikkeling is daarom niet meegenomen in de begroting. Er is onvoldoende zicht op het incidentele dan wel structurele karakter ervan. 

Cultuur
Voor de uitvoering van de Cultuurvisie wordt een subsidie verschaft aan Stichting Welzijn Brummen. Dit voor het vormgeven van de Cultuurbrede combinatiefunctie. Omdat dit met name salariskosten zijn, is hierop een hogere indexatie toegepast. Die zorgt voor het volgende verloop aan meerkosten ten opzichte van de Perspectiefnota: + € 3.000 (2026), + € 7.000 (2027), + € 10.000 (2028) en + € 14.000 (2029). De komende drie jaren worden volgens het al eerder genomen besluit de "oude coronamiddelen" uit de reserve ingezet als incidenteel Cultuurbudget. 

Beleidsindicatoren

Terug naar navigatie - Programma 3 Sociale leefomgeving - Beleidsindicatoren
BBV nr. Benaming Toelichting Jaar Waarde Brummen Waarde Nederland Bron
Lokaal Gebruik Peuteropvang % 2019 78% CBS
2021 78%
2022 78%
2023 78%
17 Absoluut verzuim Aantal per 1.000 leerlingen 2021 2,3 2,7 DUO & Ingrado
2022 9,4 4,2
2023 4,3 6,3
2024 5,9 6,7
18 Relatief verzuim Aantal per 1.000 leerlingen 2021 16 20 DUO & Ingrado
2022 33 24
2023 20 27
2024 18 28
19 Vroegtijdige schoolverlaters zonder startkwalificatie (vsv-ers) % deelnemers aan het VO en MBO onderwijs 2021 1,6% 1,9% DUO & Ingrado
2022 1,4% 2,4%
2023 1,6% 2,3%
2024 2,4% 2,3%
20 Niet sporters % 2016 47,3% 48,7% GGD, CBS & RIVM
2020 52,7% 49,3%
2022 48,2% 46,4%
2024 42,0% 42,5%
21 Banen Aantal per 1.000 inwoners in de leeftijd 15-64 jaar 2020 637,0 795,7 CBS & LISA
2021 638,3 805,1
2022 645,3 824,7
2023 656,8 836,6
22 Jongeren met een delict voor de rechter % 12 t/m 21 jarigen 2020 1% 1% CBS
2021 1% 1%
2022 1% 1%
2023 1% 1%
23 Kinderen in uitkeringsgezin Domein % kinderen tot 18 jaar 2020 3% 6% CBS
2021 2% 6%
2022 2% 6%
2023 3% 6%
24 Netto arbeidsparticipatie % van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de beroepsbevolking 2021 70,3% 70,4% CBS
2022 72,2% 72,2%
2023 72,8% 73,1%
2024 72,6% 73,2%
26 Werkloze jongeren % 16 t/m 22 jarigen 2020 2% 2% CBS
2021 2% 2%
2022 2% 1%
2023 2% 2%
27 Personen met een bijstandsuitkering Aantal per 10.000 inwoners 2021 221,3 431,2 CBS
2022 171,6 366,7
2023 170,0 344,8
2024 190,7 343,6
28 Lopende re-integratievoorzieningen Aantal per 10.000 inwoners in de leeftijd van 15 - 64 jaar 2021 118,4 197,7 CBS
2022 126,5 197,7
2023 118,1 191,5
2024 156,9 203,1
29 Jongeren met jeugdhulp % van alle jongeren tot 18 jaar 2021 13,9% 13,2% CBS
2022 14,0% 13,5%
2023 14,9% 13,9%
2024 15,1% 13,7%
30 Jongeren met jeugdbescherming % van alle jongeren tot 18 jaar 2021 1,5% 1,2% CBS
2022 1,1% 1,2%
2023 1,2% 1,1%
2024 1,2% 1,0%
31 Jongeren met jeugdreclassering % van alle jongeren van 12 tot 23 jaar 2021 nb 0,3% CBS
2022 nb 0,3%
2023 nb 0,3%
2024 nb 0,4%
32 Cliënten met een maatwerkarrangement WMO Aantal per 10.000 inwoners 2021 720 702 CBS
2022 730 710
2023 720 700
2024 730 720