Deze paragraaf gaat in op het beleidskader en de daaruit voortvloeiende financiële consequenties met betrekking tot onze ‘grotere’ kapitaalgoederen. Hierbij denken we aan de kosten van aanleg en instandhouding van wegen, riolering, water, groen en gebouwen.
Een groot deel van het ‘vermogen’ van onze gemeente bestaat uit het bezit van wegen, rioleringen, groenvoorzieningen en gebouwen. Een zorgvuldig beheer en onderhoud hiervan vinden we dan ook belangrijk, ook de provincie ziet hier vanuit haar toezichthoudende taak op toe. Daarnaast wordt de kwaliteit van het openbaar gebied door inwoners vaak het meest intensief beleefd. Zwerfvuil, loszittende stoeptegels, boomwortels, slecht onderhouden gebouwen, moeilijk toegankelijke gemeentelijke gebouwen: deze onderwerpen raken inwoners direct.
De kosten van instandhouding van wegen, groen, riolering en gebouwen berekenen we aan de hand van beheer- en uitvoeringsplannen. De hoogte van de onderhoudskosten zijn voor een deel te beïnvloeden door keuzes te maken in het niveau van onderhoud. In de beheerplannen hebben we de kwaliteit van het beheer van de openbare voorzieningen benoemd. De onderhoudsstaat van de voorzieningen wordt volgens landelijke normen (CROW) gemeten en geanalyseerd. De vastgestelde kwaliteitsniveaus en resultaten van de metingen zijn het toetsingskader voor bestuur en medewerkers.
In 2017 hebben we een Integrale visie Beheer Openbare Ruimte opgesteld. In deze visie staan de kaders waarbinnen het beheer van de openbare ruimte plaatsvindt. Hierin staat de ambitie om de buitenruimte beter toekomstbestendig en duurzaam te maken.