2. Financiële uitgangspunten en grondslagen

Financiële uitgangspunten en grondslagen

Terug naar navigatie - 2. Financiële uitgangspunten en grondslagen - Financiële uitgangspunten en grondslagen

In dit hoofdstuk zijn de financiële uitgangspunten en grondslagen opgenomen die zullen worden gehanteerd bij het opstellen van de Programmabegroting 2026-2029.

Lasten Uitgangspunten
Prijsstijging 2026-2029 (inflatie)

Uitbestedings- en subsidiebudgetten worden, waar dat aan de orde is, meerjarig geïndexeerd met een percentage dat gebaseerd is op het consumentenprijsindexcijfer (cpi) zoals opgenomen in het Centraal Economisch Plan (CEP) 2025. De percentages zijn: 
2026: 2,6%
2027: 2,3%
2028: 2,2%
2029: 2,2%

Gemeenschappelijke regelingen (GR) De bijdragen in 2026 en verder zijn gebaseerd op (concept)begrotingen 2026 van de GR of de meest recente gegevens over de ontwikkeling van de bijdrage aan de GR. 
Loonkosten (inclusief sociale lasten)

Uitgangspunt voor de indexering van loonkosten is de Loonvoet overheid zoals opgenomen in het CEP 2025.
Op basis van het CEP 2025 worden de volgende indexeringen voor salarissen opgenomen:
2026: 2,0%
2027: 5,1%
2028: 4,2%
2029: 4,5%

Kapitaallasten Op basis van de staat van activa, het meerjarige investeringsplan in de Programmabegroting 2026-2029 en de investeringsruimte 2026-2029.
Rentelasten Op basis van de leningenportefeuille tot en met 2024 en de ontwikkeling financieringsbehoefte 2025-2028. Hierbij is rekening gehouden met een gemiddelde rente van 2,75% voor langlopende leningen.
Rente over activa De totale rentelast wordt via een gemiddeld percentage omgeslagen over de boekwaarde van de activa.
Eigen financieringsmiddelen Hierover wordt geen rente berekend.

 

Baten Uitgangspunten
Onroerende zaakbelastingen

De opbrengst van de OZB wordt in 2026 met 14% en 2027 met 13% verhoogd. In de jaren daarna wordt een jaarlijkse inflatiecorrectie toegepast die is gebaseerd op het CEP 2025 (zie Prijsstijging (2026-2029). 

Toeristenbelasting De opbrengst van de toeristenbelasting wordt in 2026 en 2027 verhoogd met gemiddeld € 0,50 per persoon per nacht boven de inflatiecorrectie.
Rioolrechten 100% kostendekkend.
Afvalstoffenheffing 100% kostendekkend.
Grafrechten Het tarief wordt jaarlijks geïndexeerd met de inflatiecorrectie op basis van het CEP 2025 (zie Prijsstijging (2026-2029)).
Leges Het tarief wordt jaarlijks geïndexeerd met de inflatiecorrectie op basis van het CEP 2025 (zie Prijsstijging (2026-2029)) en maximaal 100% kostendekkend.
Rente verstrekte leningen Op basis van de bestaande leningenportefeuille.
Huur en overige vergoedingen Het tarief wordt jaarlijks geïndexeerd met de inflatiecorrectie op basis van het CEP 2025 (zie Prijsstijging (2026-2029)).

Loonkosten

Terug naar navigatie - 2. Financiële uitgangspunten en grondslagen - Loonkosten

Voor de loonkosten worden de totale loonkosten (1) en de inhuur (2) bij elkaar opgeteld en gedeeld door het aantal geraamde fte (4). Dit geeft een gemiddelde van de loonkosten per fte per jaar (5). De eerdere jaren worden middels de indexen (6, 7) gecorrigeerd naar prijspeil 2024 (8). Van de drie jaren wordt een gemiddelde berekend, waarbij het laatste jaar dubbel meetelt (9).

Vervolgens wordt dat bedrag geïndexeerd aan de hand van de percentages van het CEP 2025 (10). Dit geeft een verwacht gemiddelde van de kosten per jaar (11). Dit wordt vervolgens vermenigvuldigd met het aantal fte. in de formatiebegroting (12). Afgezet tegen de raming van de loonkosten op basis van het maximum van de schaal (13) geeft dit een beeld van de verwachte onderuitputting op loonkosten (14).

In percentages is dit de berekende concerncorrectie (15) van 4,2%. In de formatiebegroting is dit percentage afgerond naar 4%. 

(bedragen * € 1.000) 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029
Loonkosten 11.981 12.640 13.773
Inhuur i.v.m. ziekte, vacatures 1.377 1.874 1.506
Totale kosten 13.358 14.514 15.279
Aantal fte. 173,3 180,7 193,0
Kosten (loon en inhuur) per fte. 77 80 79
Index 2023 (5,9%) 5
Index 2024 (5,2%) 4 4
Geïndexeerde kosten per fte. 86 84 79
Gewogen gemiddelde kosten per fte. 2024 82
Indexen CEP 2025 6,00% 2,00% 5,10% 4,20% 4,50%
Geïndexeerd naar index CEP 2025 82 87 89 93 97 102
Vermenigvuldigd met 194,5 fte. 16.942 17.281 18.162 18.925 19.777
Raming o.b.v. max schaal 17.693 18.042 18.949 19.735 20.612
Verschil 751 761 787 810 835
Berekende concerncorrectie 4,2% 4,2% 4,2% 4,1% 4,1%

Kapitaallasten

Terug naar navigatie - 2. Financiële uitgangspunten en grondslagen - Kapitaallasten

In de eerste bestuursrapportage wordt jaarlijks melding gemaakt van de afwijking in kapitaallasten van dat jaar. Kapitaallasten zijn de afschrijvingen en rente over investeringsprojecten. Kapitaallasten kunnen afwijken doordat investeringsprojecten eerder of later dan verwacht worden afgerond. Daarnaast kunnen ze afwijken doordat de projecten goedkoper of duurder uitvallen dan verwacht. Hieronder wordt weergegeven hoeveel de kapitaallasten per jaar zijn afgeweken.

In de vorige programmabegroting was een stelpost onderuitputting kapitaallasten opgenomen van structureel € 425.000. Provincie Gelderland heeft in haar rol als toezichthouder aangegeven niet akkoord te gaan met een dergelijke stelpost. In overleg met de provincie hebben we daarom de investeringsplanning aangescherpt. Hierdoor wordt de kapitaallastenraming realistischer en zal naar verwachting de afwijking in de eerste bestuursrapportages lager uitvallen.

(bedragen * € 1.000) 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025
Gemelde afwijking in de eerste bestuursrapportage 436 238 287 267 434 862 961
Gewogen gemiddelde afwijking laatste drie jaar 805

Stelposten

Terug naar navigatie - 2. Financiële uitgangspunten en grondslagen - Stelposten
2026 2027 2028 2029
Jeugd - sturen op trajectduur 71 73
Jeugd - eigen bijdrage jeugdzorg 270 278
Jeugd - opbrengst Hervormingsagenda 480 480
Teruggave BTW-compensatiefonds 250 250 250 250
Totaal stelposten 250 250 1.071 1.081

Jeugd - sturen op trajectduur en eigen bijdrage jeugdzorg 
In de Voorjaarsnota en de Meicirculaire 2025 is door het Rijk besloten om geld te onttrekken aan het gemeentefonds om maatregelen te nemen in het jeugdzorgstelsel. Het gaat om het sturen op trajectduur en het invoeren van een eigen bijdrage. Aangezien het realiseren van deze maatregelen onder de verantwoordelijkheid van het Rijk vallen, heeft Provincie Gelderland toegestaan hier een stelpost voor op te nemen.

Jeugd - opbrengst Hervormingsagenda 
In de Voorjaarsnota en de Meicirculaire 2025 heeft het Rijk de besparingsopgave van de Hervormingsagenda geïndexeerd. De verwachte besparing valt hoger uit en wordt onttrokken aan het Gemeentefonds. De VNG adviseerde om hier, net als bij de andere kortingen op het gemeentefonds, een stelpost voor te nemen. De Provincie Gelderland staat dit niet toe en zal een dergelijke stelpost in haar toezichtsbrief corrigeren. Desondanks volgen wij het advies van de VNG.

Teruggave BTW-compensatiefonds
Gemeenten kunnen de BTW over een deel van hun activiteiten terugvragen bij het BTW-compensatiefonds. Hiervoor wordt jaarlijks een bedrag beschikbaar gesteld door de Rijksoverheid. De afgelopen jaren hebben gemeenten minder gedeclareerd en is er structureel geld overgebleven in dit fonds. Dit wordt de "ruimte onder het plafond" genoemd. Het geld dat overblijft wordt via de algemene uitkering verdeeld over de gemeenten. Aangezien dit een structureel karakter heeft, mogen gemeenten de teruggave van het laatst vastgestelde jaar (in dit geval 2024) opnemen als structurele extra opbrengst.