B. Weerstandvermogen en Risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - B. Weerstandvermogen en Risicobeheersing - Inleiding

De grondslag voor deze paragraaf vinden we terug in artikel 11 van het BBV. Deze paragraaf gaat over de actuele risico’s die we zien en het vermogen om deze risico’s op te vangen. Maar ook over het beleid dat hieraan ten grondslag ligt. En tenslotte hoe de financiële positie van de gemeente Brummen zich ontwikkelt aan de hand van 6 financiële kengetallen. De opbouw van deze paragraaf ziet er als volgt uit:

  • het beleid dat op de weerstandscapaciteit en de risico’s van toepassing is;
  • de inventarisatie van de weerstandscapaciteit;
  • de inventarisatie van de risico’s;
  • de weerstandsratio
  • de financiële kengetallen

Beleid weerstandscapaciteit en risico's

Terug naar navigatie - B. Weerstandvermogen en Risicobeheersing - Beleid weerstandscapaciteit en risico's

Het beleid rondom weerstandscapaciteit en risico’s is opgenomen in de nota Weerstandsvermogen en risicobeheersing. 

  • Het college geeft in relatie tot de nota weerstandsvermogen en risicobeheersing in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing van de begroting en het jaarverslag een actueel beeld van de financiële risico's in relatie tot de beschikbare weerstandscapaciteit.
  • In de begroting wordt in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing de gewenste weerstandscapaciteit bepaald.
  • We stimuleren risicobewustzijn, communiceren open over risico’s en de wijze waarop we met deze risico’s omgaan. 
  • Risico’s maken we expliciet zichtbaar in onze besluitvormingsprocessen met daarbij de wijze waarop we deze risico’s kunnen beheersen of op kunnen (en willen) vangen.
  • We stimuleren niet alleen risicobewustzijn van de risico’s in onze eigen organisatie, maar ook van de risico’s in organisaties waarmee we ‘verbonden’ zijn en de mogelijke impact van deze risico’s op onze eigen organisatie.
  • We accepteren dat een risicoprofiel nooit 100% volledig kan zijn.
  • We leren van risico’s en incidenten die zich, ondanks een adequaat risicomanagement, hebben voorgedaan en nemen passende maatregelen om herhaling te voorkomen.
  • Via de reguliere planning & control-cyclus wordt in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing gerapporteerd over de risico’s van de gemeente, de manier waarop deze beheerst worden en de mogelijke impact van de risico’s op de financiële positie van de gemeente.

Inventarisatie van de weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - B. Weerstandvermogen en Risicobeheersing - Inventarisatie van de weerstandscapaciteit

Bij de inventarisatie van de weerstandscapaciteit kijken we naar de mogelijkheden die we als gemeente hebben om de risico’s op te vangen. Hierbij kan een onderscheid gemaakt worden in incidentele en structurele weerstandscapaciteit. Onder incidentele weerstandscapaciteit wordt verstaan de capaciteit die de gemeente heeft om eenmalige tegenvallers op te vangen. Onder structurele weerstandscapaciteit worden de middelen verstaan die permanent inzetbaar zijn om tegenvallers op te vangen.

De incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit:

Incidentele weerstandscapaciteit Bedragen x 1.000
Onderdeel Verwachte omvang per 31-12-2025
Algemene reserve € 10.080
Behoedzaamheidreserve € 1.748
Totaal incidentele weerstandscapaciteit € 11.828

De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit:

Structurele weerstandscapaciteit Bedragen x 1.000
Onderdeel 2026
Post onvoorzien € 20
Totaal structurele weerstandscapaciteit € 20

De totale beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt:

Totaal beschikbare weerstandscapaciteit Bedragen x 1.000
Onderdeel Verwachte omvang per 31-12-2025
Incidentele weerstandscapaciteit € 11.828
Structurele weerstandscapaciteit € 20
Totaal beschikbare weerstandscapaciteit € 11.848

Inventarisatie van de risico's

Terug naar navigatie - B. Weerstandvermogen en Risicobeheersing - Inventarisatie van de risico's

Een keer per jaar maken we de balans op van de risico’s die we gedurende het jaar vaststellen. Dit doen we volgens een methode die opgenomen is in de Nota weerstandsvermogen en risicobeheersing. Hierin is ook bepaald dat de jaarlijkse risico-inventarisatie plaatsvindt bij de begroting. Risico’s kleiner dan € 25.000 nemen we niet mee in de inventarisatie, omdat we er vanuit gaan dat we die kunnen dekken binnen de exploitatiebegroting.

Ontwikkeling
De risico-inventarisatie is in deze programmabegroting geactualiseerd en bedraagt nu € 4.312.000. De geïnventariseerde risico’s bedroegen in de begroting 2025/Jaarstukken 2024 € 3.570.000. Het benodigde weerstandsvermogen stijgt doordat de verwachte impact van enkele bestaande risico’s toeneemt en er nieuwe risico’s zijn toegevoegd; dit betekent dat onze financiële blootstelling groter is dan vorig jaar. Tegelijkertijd speelt dat we met de bestemming van het positieve jaarrekeningresultaat in 2024 onze algemene- en bestemmingsreserves verder hebben kunnen aanvullen. Ten behoeve van dossiers met grote risico's - zoals informatiebeveiliging en privacybescherming, grondexploitaties, jeugd en Wmo - hebben we hierdoor meer middelen achter de hand om eventuele risico's op te vangen. We beschikken over een algemene reserve en een behoedzaamheidsreserve om incidentele risico's die leiden tot kostenoverschrijdingen op te vangen.

Hieronder worden de risicogebieden met een risico-inschatting van tenminste € 100.000 benoemd.

Bedragen x 1.000
Nr. Risicogebied Risico/onzekerheid Programma Impact (*€ 1.000) Kans (%) Risico-inschatting begroting 2026 Risico-inschatting begroting 2025 Verschil 2026 t.o.v. 2025
1 Informatiebeveiliging en privacybescherming 1. Informatie en/of -systemen niet toegankelijk als gevolg van brand- of waterschade, of hack 4 € 3.000 50 € 1.500 € 1.500 € 0
2 2. Onrechtmatige toegang of wijziging van gegevens en het optreden van datalekken door menselijk handelen, technische fouten of bedieningsfouten. 4 € 2.825 10 € 303 € 303 € 0
3 Calamiteiten 1. Grote calamiteit met potentieel grote impact op gemeentelijke eigendommen, dienstverlening en de leefomgeving. Denk aan pandemie, natuurbrand, treinongeluk, extreme weersomstandigheden. 1, 2 € 3.235 15 € 485 € 323 -€ 162
4 Calamiteiten 2. Aansprakelijkheidsstelling bij letsel, materiële schade vervolgschade als gevolg van bijv. extremere weersomstandigheden 2 € 250 30 € 75 € 75 € 0
5 Jeugd en Wmo Open einde regelingen 3 € 700 50 € 350 € 402 € 52
6 Algemeen 1. "Onbekende onzekerheden" zijn onzeker in hun verschijningsvorm en impact. alle € 3.235 10 € 323 € 325 € 2
7 2. Onzekerheid rijksbeleid zorgt voor: a. Onzekerheid en fluctuatie inkomsten (bijv. algemene uitkering, SPUKS, Asiel & migratie). b. Structurele taken uitvoeren met incidentele middelen c. efficiencyverlies/meer overhead als gevolg van dubbel werk, uitzoekwerk alle € 425 50 € 213 € 0 -€ 213
8 Grondexploitaties Niet realiseren geraamde opbrengstwaarde 2 € 1.555 20 € 311 € 0 -€ 311
9 Inkoop en aanbestedingen Niet of verkeerde procedure volgen met risico op claim en/of onrechtmatige inkoop. 4 € 600 40 € 240 € 180 -€ 60
10 Personeel Aantrekken en behouden gekwalificeerd personeel 4 € 250 70 € 175 € 175 € 0
11 Personeel Efficiencyverlies door verandering werk in aanwezige en benodigde vaardigheden. Accelaratie door opkomst AI. 4 € 310 30 € 93 € 93 € 0
12 Bestuur Kunnen voldoen aan wachtgeldverplichtingen 1 € 150 70 € 105 € 54 -€ 51
13 Asiel & Migratie Bestuursovereenkomst met COA komt niet tot stand, waardoor gemaakte voorbereidingskosten niet worden gedekt 2 € 450 20 € 90 € 0 -€ 90
14 Ruimtelijke ontwikkeling Omgevingsplan is niet op tijd gereed. Daardoor kans op niet mogen heffen leges. 2 € 671 5 € 34 € 0 -€ 34
15 Minimabeleid Door inzet op terugdringen niet-gebruik overschrijden we begroot budget. Is open einde regeling. 3 € 75 20 € 15 € 0 -€ 15
16 Participatiewet Tekort op het I-deel / Buig budget 3 € 0 10 € 0 € 0 € 0
17 Beheer sportaccommodaties Financiële situatie Sportkompas 3 € 0 0 € 0 € 140 € 140
Totaal risico-inventarisatie € 17.730 € 4.312 € 3.570 € 741

De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de vorige programmabegroting zijn:

Opzet:
Dit jaar hebben we de presentatie van de risico's verbeterd. Dit conform advies accountant. We hebben twee punten aanpassingen doorgevoerd:

  • We tonen bij elk risico de impact (hoe groot het financiële effect is) en de kans dat het gebeurt.
  • We sorteren risico's niet naar programma, maar per risicogebied, van groot naar klein op financiële waarde.

We lichten de risico’s, wijzigingen t.o.v. voorgaand jaar en beheersmaatregelen hieronder toe.

Informatiebeveiliging en privacybescherming
We hebben hier twee typen risico’s in onderscheiden; extern en intern. Bij externe risico’s gaat het om inbreuk van buitenaf. Interne risico’s zijn direct te relateren aan ons eigen handelen.

Extern omvat het risico op het niet meer toegankelijk zijn van informatie of systemen door invloed van buitenaf, bijvoorbeeld brand- of waterschade. Of een hack, zoals bij gemeente Hof van Twente, Openbaar Ministerie (recent), Universiteit van Maastricht, etc. Impact en kans van dit risico zijn ongewijzigd t.o.v. vorig jaar.

Beheersmaatregelen voor dit risico: 

  • We beschikken over externe backup locaties.
  • We werken aan nieuw bedrijfscontinuïteitsplan.
  • We trainen medewerkers op i-bewustzijn (veiligheid)

Intern gaat het om risico’s die raken aan informatiebeveiliging en privacybescherming. Dit raakt o.a. onrechtmatig inzicht in gegevens, mutatie van gegevens, datalek en eventuele hieruit volgend risico op boete van de autoriteit persoonsgegevens. Dit risico is een samenvatting van vier verschillende vormen van risico’s. De verbintenis tussen deze risico’s is menselijk handelen, bewust of onbewust.

Beheersmaatregelen voor dit risico:

  • We hebben scheiding van autorisatie- en loggingprocedures,
  • we zetten in op privacy- en beveiligingsbewustzijnstraining voor medewerkers en
  • technische maatregelen zoals tweefactorauthenticatie.
  • Periodieke auditing door de CISO en FG helpen ons als organisatie scherp te blijven.

Calamiteiten
We maken hier onderscheid in twee typen risico’s. 

Het eerste risico omvat het optreden van calamiteit. Voorbeelden zijn een pandemie, treinongeluk of extreme weersomstandigheden. Het gaat dan om risico met potentieel grote impact op gemeentelijke eigendommen, onze dienstverlening en/of leefomgeving. En evt. herstelkosten als gevolg van deze calamiteit. We werken steeds vaker in een omgeving die snel verandert, onzeker en ingewikkeld is. Gelet hierop hebben we de kans van optreden verhoogd van 10% naar 15%.

Het tweede onderscheiden risico omvat de aansprakelijkheidsstelling als gevolg van een calamiteit. Dit kan bijv. een risico zijn als gevolg van extreme weersomstandigheden, waarbij bomen omwaaien, gevaarzetting op wegen als gevolg van wateroverlast, etc. Aansprakelijkheid kan ook van toepassing zijn wanneer inwoner of derde als gevolg van werkzaamheden gemeente of onvoldoende onderhoud gewond zou raken.

De beheersmaatregelen van deze risico’s hangen met elkaar samen. Het gaat o.a. om:

  • actueel houden rampenplan en oefeningen,
  • preventie (bijv. natuurbrandbeheersing),
  • het uitvoeren van klimaatadaptatieplan riool en water,
  • onderhoud openbaar groen,
  • afkoppelen hemelwater, etc.
  • aansprakelijkheidsverzekering

Jeugd en Wmo
De regelingen rond Jeugd en Wmo zijn open einde regelingen. Ten aanzien van Jeugd hebben we afgelopen jaren meermaals onze begroting moeten aanpassen op toegenomen kosten jeugdhulpverlening. Enerzijds als gevolg van prijsindexatie, anderzijds volumegroei. 
Met de laatste aanpassingen in de begroting 2025 en actualisatie van de begroting 2026 op prijsindexatie en volumegroei, denken we het risico op deze twee specifieke gebeurtenissen te hebben afgedekt. Onzeker blijft onvoorziene volumegroei via gezinnen die in Brummen komen wonen waarvan de kinderen specialistische hulpverlening nodig hebben. Een gezin kan de gemeente al gauw tonnen (in euro’s) extra kosten. Dit risico blijft bestaan.

Bij de Wmo gaat het om het risico dat we méér hulpmiddelen en voorzieningen verstrekken. Hoewel we afgelopen jaren binnen begroting zijn gebleven op dit punt, worden onze inwoners ouder. Daarmee ontstaat het risico dat we meer moeten verstrekken dan voorzien.

Beheersmaatregelen voor dit risico:

  • Uitvoering van visie sociaal domein,
  • transformatie sociaal domein via hervormingsagenda jeugd
  • traject met GALAN-groep
  • Gezond en Actief Leven Aanpak
  • Aanvullend zorg en welzijnsakkoord, etc. 

Algemeen
Dit risicogebied raakt alle programma’s. Het gaat om de onbekende onzekerheden; een gebeurtenis of omstandigheid waarvan we niet weten dát die bestaat, en waarvan we dus ook niet weten dat we er geen kennis over hebben. Het verschilt van een calamiteit in de zin dat het risico wél bekend is en waarvoor vaak scenario’s bestaan.

Aanvullend hebben we het risico van onzekerheid van rijksbeleid opgenomen. Op verschillende vlakken hebben we afgelopen jaren gemerkt dat beleid en regelgeving wordt aangekondigd en er last minute wijzigingen plaatsvinden met grote impact op voorspelbaarheid en continuïteit van de beleidsvoorbereiding en uitvoering. 

Beheersmaatregelen voor dit risico:

  • We houden vast aan afspraak met provincie van een robuust weerstandratio van 1,6.
  • Tegelijkertijd stellen we prioriteiten om de werkdruk acceptabel te houden, terwijl
  • we doen wat we moeten doen om ondanks onzekerheden (wettelijk) beleid en taken ten uitvoer te brengen. 

Grondexploitaties
Vorig jaar hebben we het risico op het niet realiseren van de opbrengstwaarde van grondexploitaties niet opgenomen in het benodigde weerstandsvermogen. Er was geen aanleiding in verband met voldoende afdekking van risico’s bínnen de verschillende grexen zelf en voldoende omvang van de bestemmingsreserve. Dit jaar nemen we het risico wél weer mee. Aanleiding is een nieuwe methode rond bepalen van risico’s in de grondexploitaties (zie laatste MPG) én minder middelen beschikbaar in de bestemmingsreserve grondexploitaties.

Beheersmaatregelen voor dit risico:

  • We voeren gematigd grondbeleid. Dit betekent dat we prijsstijgingen van grond gematigd doorvoeren in onze opbrengst.
  • We voeren periodieke risicoanalyses uit per grondexploitatie.
  • Ten slotte hebben we een bestemmingsreserve om (eerste) verliezen op te vangen.

Inkoop en aanbesteding
De waarde van het risico is gelijk, maar de kans is verhoogd van 30% naar 40%. We hebben nu ook onrechtmatigheid opgenomen als mogelijk gevolg van een verkeerde aanbestedingsprocedure. De recht-matigheidsverantwoordingen over 2023 en 2024 lieten zien dat dit nog niet volledig op orde is.

Beheersmaatregelen voor dit risico:

  • Sinds 2024 is de positie van inkoopadviseur ingevuld.
  • We werken nu aan meer zichtbaarheid van de inkoopfunctie in de organisatie.
  • We zetten in op training van (nieuwe) medewerkers.
  • Door intensivering van de interne controle monitoren we de ontwikkeling.
  • We professionaliseren het contractbeheer en -management.

Personeel
De risico’s zijn gelijk gebleven. De arbeidsmarkt is krap, vooral voor specialistische functies. Het behoud van zittend personeel is belangrijk. Daarnaast zal de komst van kunstmatige intelligentie invloed hebben: hogere productiviteit, maar ook nieuwe opleidingsbehoeften.

Beheersmaatregelen voor dit risico:

  • Inhuur van personeel om tekorten op te vangen.
  • Strategisch personeelsbeleid
  • Prioriteiten in uitvoering.
  • Werving en behoud (goed werkgeverschap, doorgroeimogelijkheden, onboarding).

Bestuur
Het risico op vroegtijdig terugtredende bestuurders is onverminderd groot. Landelijk beeld is dat ongeveer 40% stopt vóór einde van de bestuursperiode.

Beheersmaatregelen voor dit risico:

  • Treffen voorziening

Asiel & Migratie
Nieuw risico: de ontwikkeling van een AZC. We maken nu al kosten, terwijl de bestuursovereenkomst met het COA nog niet rond is. Er is een risico dat er geen overeenkomst komt en wij de inmiddels gemaakte (voorbereidings)kosten zelf moeten dragen.

Beheersmaatregelen voor dit risico:

  • Opvangen uit de behoedzaamheidsreserve.

Ruimtelijke ontwikkeling
We werken aan nieuwe omgevingsplannen. Als die niet op tijd klaar zijn, kan de toezichthouder ons verplichten ingediende aanvragen te behandelen zonder leges te mogen innen. Dit betekent inkomstenverlies en extra werk via Buitenplanse Omgevingsactiviteit (bopa).

Beheersmaatregelen voor dit risico:

  • Zorgen dat het omgevingsplan toch op tijd gereed is.
  • Legesverordening robuuster maken.

Minimabeleid
We zetten in op terugdringen niet-gebruik. Doordat het minimabeleid een open einde regeling is, bestaat de kans dat we ons budget overschrijden. Ervaring was dat budget afgelopen jaren niet volledig benut is. Daarmee vermoeden we voldoende budget beschikbaar te hebben. Echter, we stimuleren nu het risico.

Beheersmaatregelen voor dit risico:

  • Eenmalige overschrijding kan via behoedzaamheidsreserve opgevangen worden.
  • Daarna zal gekeken moeten worden naar structurele oplossing. 

Participatiewet
Ook een open einde regeling. Op dit moment is er landelijk voldoende budget, met een vangnetregeling als extra zekerheid. We zetten in op begeleiding naar werk, maar mogelijk valt dit tegen door onvoldoende aansluiting met arbeidsmarkt.

Beheersmaatregelen voor dit risico:

  • Begeleiding naar werk.

Beheer sportaccommodaties
Het risico op financiële tekorten bij Sportkompas is vervallen door een raadsbesluit in juni 2025.

De weerstandsratio

Terug naar navigatie - B. Weerstandvermogen en Risicobeheersing - De weerstandsratio

In de beleidskaders van de nieuwe nota Weerstandsvermogen en risicobeheersing is opgenomen dat de gewenste weerstandscapaciteit in de begroting bepaald wordt. De gewenste weerstandscapaciteit drukken we uit in de weerstandsratio. De weerstandsratio berekenen we door de beschikbare weerstandscapaciteit te delen door het bedrag aan geïnventariseerde risico’s. Als de beschikbare weerstandscapaciteit precies genoeg is om alle risico’s te dekken dan is de weerstandsratio 1. 

In het financieel herstelplan van juni 2021 heeft de raad vastgesteld dat er in 2028 ruim voldoende weerstandsvermogen gerealiseerd moet zijn. Dit betekent een weerstandsratio van tenminste 1,6. 

Op basis van de geraamde beschikbare weerstandscapaciteit in 2026 en de risico-inschatting in deze begroting bedraagt de weerstandsratio 2,7.

Weerstandsratio Bedragen x 1.000
Onderdeel 2025
Totaal beschikbare weerstandscapaciteit € 11.848
Totaal risico-inschatting begroting 2025 € 4.312
Weerstandsratio 2,7

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - B. Weerstandvermogen en Risicobeheersing - Financiële kengetallen

Het BBV schrijft voor dat gemeenten een aantal financiële kengetallen opnemen. Deze kengetallen geven gezamenlijk een beeld van de financiële positie van de gemeente en maken het mogelijk om verschillende gemeenten met elkaar te vergelijken. Op de websites Findo en Gelderse financiën kunnen de cijfers vergeleken worden met alle Nederlandse of de Gelderse gemeenten. 
Eén afzonderlijk kengetal zegt niet alles. Voor een goed beeld moeten de kengetallen in samenhang worden beoordeeld. De provincies hanteren signaleringswaarden voor de kengetallen. Deze zijn opgenomen in het gemeenschappelijk financieel toezichtkader (GTK 2020 Gemeenten). De signaleringswaarden lichten we onder de kengetallen toe. 
In onderstaande tabel zijn de financiële kengetallen van de gemeente Brummen opgenomen voor de meerjarenbegroting 2026-2029 met daarbij de vergelijkende cijfers vanuit de begroting 2025 en jaarstukken 2024.

Financiële kengetallen gemeente Brummen Jaarstukken 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028 Begroting 2029
1a – Netto schuldquote, exclusief verstrekte leningen 46,9 75,9 66,3 70,5 72,8 71,5
1b – Netto schuldquote, inclusief verstrekte leningen 52,6 81,9 71,9 76,0 78,3 76,8
2 – De solvabiliteitsratio 26,0 23,4 21,3 20,9 20,8 19,8
3 – Kengetal Bouwgrondexploitatie 6,5 10,1 10,2 10,0 10,0 9,7
4 – Structurele exploitatieruimte 0,0 2,3 0,6 0,7 -1,4 -1,4
5 – Belastingcapaciteit – Woonlasten meerpersoonshuishoudens 106,9 106,9 115,2 123,7 115,1 114,8

Toelichting op de financiële kengetallen

Terug naar navigatie - B. Weerstandvermogen en Risicobeheersing - Toelichting op de financiële kengetallen

1a – Netto schuldquote, exclusief verstrekte leningen
De netto schuld geeft het niveau van de schuldenlast van de gemeente weer ten opzichte van de eigen middelen. Bij de netto schuldquote worden alle schulden, verminderd met geldelijk bezit, afgezet tegen alle baten (exclusief mutaties reserves).
De volgende signaleringswaarden gelden;
• hoger dan 130%: meest risicovol,
• tussen 90% en 130%: neutraal,
• lager dan 90%: minst risicovol.

1b – Netto schuldquote, inclusief verstrekte leningen
Om inzicht te krijgen in welke mate er sprake is van doorlenen van kapitaal, wordt de netto schuldquote zowel exclusief (1a) als inclusief (1b) verstrekte leningen weergegeven. Zo wordt duidelijk wat het aandeel is van de verstrekte leningen en wat dit betekent voor de schuldenlast van de gemeente.
Hiervoor gelden dezelfde signaleringswaarden als onder 1a.

2 – Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Het geeft het eigen vermogen weer als percentage van het balanstotaal.
De volgende signaleringswaarden gelden;
• lager dan 20%: meest risicovol,
• tussen 20 en 50%: neutraal,
• hoger dan 50%: minst risicovol.

3 – Grondexploitatie
Het kengetal geeft aan het aandeel van boekwaarde van de gronden in exploitatie ten opzichte van de totale baten van de gemeente (exclusief mutaties reserves).
De volgende signaleringswaarden gelden;
• hoger dan 35%: meest risicovol,
• tussen 20% en 35%: neutraal,
• lager dan 20%: minst risicovol.

4 – Structurele exploitatieruimte 
Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele vrije ruimte binnen de begroting is. Ook geeft het aan of de gemeente in staat is om structurele tegenvallers op te vangen en/of er ruimte is voor nieuw beleid. Voor de berekening delen we het saldo van structurele baten en lasten vermeerderd met het saldo van structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves door de totale baten. 
De volgende signaleringswaarden gelden:
• lager dan 0%: meest risicovol,
• 0%: neutraal,
• hoger dan 0%: minst risicovol.

5 – Belastingcapaciteit – Woonlasten meerpersoonshuishoudens
Dit kengetal geeft aan wat de woonlasten in de gemeente Brummen zijn, uitgedrukt in een percentage van het landelijk gemiddelde van het voorgaande jaar. De cijfers van de Brummense lokale lastenmonitor in de paragraaf A. Lokale heffingen, vormen de basis van de berekening.
De volgende signaleringswaarden gelden;
• hoger dan 105%: meest risicovol,
• tussen 95% en 105%: neutraal, 
• lager dan 95%: minst risicovol.

Beoordeling financiële kengetallen

Terug naar navigatie - B. Weerstandvermogen en Risicobeheersing - Beoordeling financiële kengetallen

De financiële kengetallen laten zien dat de financiële positie van de gemeente Brummen momenteel voldoende is. In 2026 is er sprake van een iets lagere netto schuldquote, een redelijke solvabiliteitsratio, beperkte risico's vanuit de grondexploitaties en enige structurele exploitatieruimte. Alleen de belastingcapaciteit scoort hoog vanwege de stijging van de OZB, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing.

Voor de komende jaren zien we de schuldquote en de solvabiliteitsratio iets verslechteren en het kengetal bouwgrond iets verbeteren. De structurele exploitatieruimte wordt vanaf 2028 een uitdaging. De belastingcapaciteit piekt in 2027 vanwege de extra geplande verhoging van de OZB. Vanaf 2028 neemt dit kengetal echter weer af door een verwachte afname van de rioolheffing. De verwachting is overigens dat landelijk (veel) meer gemeenten genoodzaakt zijn de lokale belastinginkomsten te vergroten. Dit blijkt bijvoorbeeld ook uit de perspectiefnota's van omliggende gemeenten. Dit vanwege de toenemende taken die gemeenten krijgen en het feit dat het Rijk dat maar ten dele financieel compenseert. Als in veel gemeenten de belastingen omhoog gaan, dan neemt het kengetal af en geeft dat voor Brummen weer een ander (beter) beeld dan het nu lijkt.