In het algemeen geldt dat een groot deel van de uitgaven van een gemeente vastliggen. Denk hierbij aan salarissen, verplichte uitgaven om regelgeving uit te voeren, investeringen die al zijn gedaan, bijdragen aan verbonden partijen zoals de Veiligheidsregio en uitgaven voor ICT. Op korte termijn kan hier maar beperkt aan gesleuteld worden, op langere termijn iets meer. Wat dat betreft is de gemeente net een containerschip: als je aan het stuur draait duurt het even voordat je de juiste koers te pakken hebt. Uitgangspunt is dan ook dat op de korte en middellange termijn (3 à 4 jaar) ongeveer 80% van de uitgaven vastligt. Daarnaast krijgt de gemeente 2/3 van haar inkomsten uit het gemeentefonds. We zijn dus sterk afhankelijk van deze inkomstenbron. Als individuele gemeente hebben we geen invloed op de ontwikkeling.
Eigen belastinggebied
De kortingen vanuit het Ministerie van BZK op het gemeentefonds zijn onder meer ingegeven vanuit het voornemen vanuit Den Haag om het eigen belastinggebied van gemeenten te verruimen. Tot nu toe is het bij een voornemen gebleven: de val van het oude kabinet en de moeizame vorming van een nieuw kabinet zal het wetgevingsproces niet versnellen. Met andere woorden: de gemeente mag nog geen extra belastingen heffen, maar wordt wel gekort op haar inkomsten.
De systematiek van Scenario 1: "scherper ramen"
Er zijn zes stappen gezet om scenario 1 uit te werken:
- Er is een analyse gemaakt van de uitgaven per beleidsterrein van de voorgaande 3 jaren.
- Het gemiddelde van de uitgaven van de 3 voorgaande jaren is geïndexeerd om te corrigeren voor de stijging van prijzen en salarissen in die jaren. Het laatste jaar telt dubbel om dicht bij de actualiteit te blijven. Daarmee is het een realistisch gemiddelde.
- Voor het berekenen van het nieuwe bedrag in de begroting wordt ook rekening gehouden met een jaarlijkse indexatie in de komende jaren. Dit als gevolg van verwachte prijs- en salarisstijgingen.
- Een aantal typen inkomsten en uitgaven worden buiten de analyse gehouden wanneer die:
a. Kostendekkend zijn (denk aan riolering, uitgifte van reisdocumenten, specifieke uitkeringen);
b. Vaststaan (denk aan kosten voor verbonden partijen en de algemene uitkering).
- Vervolgens wordt per beleidsterrein bekeken waarom er een verschil is tussen de huidige begroting en de verwachte uitgaven op basis van de gemiddelden van 2020 t/m 2022. Deze analyse is bepalend voor welke bijstellingen worden opgenomen en welke niet.
- Personeel en kapitaallasten zijn op totaalniveau geanalyseerd. De budgetten voor goederen en diensten zijn per beleidsterrein onder de loep genomen.
Wat is het voordeel van dit scenario?
- Het brengt rust in de begroting.
Door deze systematiek te hanteren wordt het effect van grote budgetveranderingen gedempt. Deze afvlakking van grote schommelingen zorgt voor een beter evenwicht tussen ambities en resultaten. Bij grote budgetverlagingen bestaat vaak de neiging om een flink bezuinigingspakket op te stellen. Dit leidt over het algemeen tot onrust in de samenleving.
- Het vergroot het realisme van de begroting en het kostenbewustzijn.
De begroting sluit in 2026 aan bij de lagere inkomsten uit het gemeentefonds. En het blijft naar verwachting lastig om nieuwe medewerkers te vinden. We moeten accepteren dat in heel Nederland bij overheden capaciteitsproblemen zijn. Dit betekent ook voor de gemeente Brummen dat er zorgen zijn over capaciteit voor het opstellen en uitvoeren van (nieuw) beleid.
- De koppeling tussen personele lasten en budgetten voor goederen en diensten wordt beter inzichtelijk.
Wanneer er sprake is van personele onderbezetting, kunnen niet alle opdrachten uitgezet worden waardoor ook budget voor goederen en diensten overblijft.
Welk risico’s zijn verbonden aan deze systematiek?
- De begroting voor personeelslasten wordt lager: continu prioriteren is noodzakelijk.
- De arbeidsmarkt kan gunstiger worden. Dan worden meer vacatures vervuld. Dit zou een tekort betekenen binnen de personeelsbegroting.
- Er zijn open einde regelingen in het sociaal domein. Invloed op hoeveel aanspraak gemaakt wordt op de regeling is beperkt. Hierdoor kunnen budgetten meer dan in het verleden overschreden worden.
- Scherp ramen betekent dat er meer risico wordt genomen dat de uitvoering (in de praktijk) duurder is dan verwacht.
Wat doen we om de risico's in te perken?
We stellen uw raad voor een behoedzaamheidsreserve in te stellen, zodat eventuele incidentele tegenvallers kunnen worden opgevangen. De behoedzaamheidsreserve wordt gevuld door het overschot van het jaar daarvoor te reserveren tot een maximum van € 3.000.000.
Vervolgproces
De resultaten van de Perspectiefnota 2025-2028 worden verwerkt in de Programmabegroting 2025-2028. Dan is ook de Meicirculaire 2024 van het gemeentefonds verschenen. Er is dan naar verwachting meer duidelijkheid over de middelen waarover deze gemeente in de komende jaren kan beschikken. Maar dan kan het beeld er toch weer anders uitzien. Mede daarom is in de voorliggende Perspectiefnota een paragraaf met risico's en voorbehouden opgenomen.